Het is goed voor te stellen dat bij deze titel niet meteen een lampje gaat branden waar dit artikel over gaat. Een nieuwe manier om in een All-you-can-eat restaurant niet meer continu op je telefoon te kijken? Het welbekende liedje uit de Leeuwenkoning in dialect? Niets van dat alles. De trouwe lezer weet dat ik graag vertel over alles wat met social media te maken heeft. Dit artikel is daarop geen uitzondering. Okuna is een nieuw platform (nu alleen nog in bèta-versie trouwens) dat de strijd hoopt aan te binden met Facebook. Bij voorbaat kansloos of is het voor Okuna nu al helemaal matata? (Sorry, laatste keer.)
Er schijnt al een redelijke wachtrij voor Okuna te zijn.
De filosofie van Okuna is dat ze zich op grofweg drie pijlers willen onderscheiden van de bestaande netwerken.
- Betere privacy.
- Minder advertenties.
- Focus op kleinere gemeenschappen.
1. Privacy
De uitvinder van de PGP, ‘PrettyGoodPrivacy’, (hier de laatste tijd vooral bekend van criminelen die dat wel gemakkelijk vinden) is betrokken bij de versleuteling van de berichten op Okuna. Daarnaast kan je zelf makkelijker aangeven welke berichten je wel of niet op je tijdlijn te zien krijgt. Al met al maakt Okuna de belofte dat je dus veilig berichten kan versturen via hun platform. Daarnaast worden je activiteiten niet gevolgd en gemonitord. De enigszins uit zijn verband getrokken uitspraak “als iets gratis is, ben jij het product” gaat voor Okuna dus zeker niet op.
2. Minder advertenties
Helemaal ontkomen aan advertenties doe je ook op Okuna niet. Maar ze maken wel de belofte dat “advertenties niet hun verdienmodel” zijn. Okuna is gratis te gebruiken, maar voor 5 dollar per maand kan je gebruik maken van extra functionaliteiten. Een deel van die opbrengst gaat naar een goed doel. Hamvraag blijft echter: vinden gebruikers van de huidige social media platforms reclame zo vervelend dat ze bereid zijn te betalen om ze niet te zien? Voelt toch een beetje als Youtube-Premium. En daar heb ik nog nooit iemand enthousiast over gehoord 😉
Inhoudsopgave
3. Focus op kleinere gemeenschappen
Okuna werkt zonder algoritmes. Dus in plaats van dat je in de welbekende ‘bubbel’ belandt, kan je jezelf aansluiten bij subgemeenschappen die aansluiten bij jouw interesses. Prijzenswaardig, dat zeker. Misschien niet geheel toevallig dat Facebook onlangs heeft aangekondigd dat community’s van ongeveer 150 personen ideaal zijn. Je kan nu eenmaal niet met de hele wereld vrienden zijn.
Privacyschandaal Facebook
Het Cambridge Analytica schandaal heeft Facebook afgelopen jaren weinig goeds gedaan. Ruim 600.000 Nederlanders hebben sinds 2018 hun account opgezegd. Let wel, dit betreft het sociale netwerk en niet de zusterondernemingen zoals Whatsapp en Instagram. Enkele redenen op een rijtje waarom Facebook zoveel mensen is kwijtgeraakt:
- 24 juli 2019: Recordboete van 5 miljard dollar m.b.t. Cambridge Analytica schandaal.
- 6 november 2019: ruim 100 softwareontwikkelaars hadden nog steeds toegang tot de data van gebruikers via een lek dat al gedicht had moeten zijn.
- 11 november 2019: Iets dichter bij huis verliest Facebook de rechtszaak tegen John de Mol over de fake bitcoinadvertenties.
Hebben ze dan helemaal niets geleerd? Een heel klein beetje. In september heeft Facebook tienduizenden apps op non-actief gezet die in strijd waren met de regels van Facebook. Gaat het dan toch eindelijk de goede kant op?
Voorgangers
Okuna is natuurlijk niet het eerste platform dat probeert een plekje tussen de gevestigde namen te krijgen. Wie kent bijvoorbeeld nog succesnummers als Mastodon, Diaspora en Vero? Op laatstgenoemde had ik trouwens op mijn hoogtepunt wel gewoon 10 hele vrienden. Maar geen van deze initiatieven heeft het (helaas) gered. Er was altijd wel een reden te bedenken waarom het niet lukte. Gebruiksvriendelijkheid, helemaal niet zo privacyvriendelijk of beperkte nieuwe features. Maar daarmee komen we wel tot de kern van het probleem van een nieuw platform.
Kerst in je eentje
Een social media platform is alleen leuk, als het sociale gedeelte erin terugkomt. Het grote probleem van het starten van een nieuw platform is daadwerkelijk een community op gang krijgen. Je kan het nog zo’n toffe, gebruiksvriendelijke en vernieuwende app vinden, als niemand van je vrienden het gebruikt, voelt het toch als kerst vieren in je eentje. De ironie is dat je als nieuw platform bijna gedwongen bent om reclame te maken op de al bestaande platforms. Okuna is daarop geen uitzondering.
Screenshots van 3 december 2019
Met de verwachte release in januari 2020 zijn dit nog weinig hoopgevende aantallen. Of er moet een uitgekiend marketingplan aankomen waar we op moment van schrijven nog geen weet van hebben.
Hebben we wel een nieuw platform nodig?
Los van het prijzenswaardige initiatief dat we Okuna sowieso mogen noemen rijst natuurlijk de vraag: is er wel behoefte aan een nieuw platform? Ruim 6 miljoen Nederlanders gebruiken Facebook nog dagelijks. Instagram is met 3 miljoen dagelijkse gebruikers een goede tweede. En dan hebben we het nog niet eens over LinkedIn, Snapchat en Twitter. Daarnaast zijn 2 van de 3 pijlers van Okuna prima in te stellen op de huidige netwerken. Met een klein beetje moeite is je privacy zeer goed in te stellen en met ietsjes meer moeite krijg je ook op Facebook en Instagram weer de controle over je tijdlijn terug. We hebben, mijns inziens, meer aan het opnieuw bekijken hoe we me deze platforms omgaan, dan een nieuw platform.
Wordt Okuna een succesverhaal?
Zoals je in mijn laatste alinea al kon merken, schat ik de kansen van Okuna niet bijster groot in. Dit heeft te maken met het feit dat ik niet verwacht dat mensen gaan betalen voor iets dat ze nu al gratis krijgen, de macht van de huidige platforms én het feit dat ruim een maand voor de releasedatum dit de eerste keer is dat je er een überhaupt over hoort. Moeten we dan maar accepteren dat we het de rest van ons leven met de huidige platforms moeten doen? Zeker niet, er zijn ook voorbeelden van succesverhalen. Zo heeft TikTok nu definitief een plek verovert als social media platform. Wie dat nu nog ontkent of niet wil zien, loopt een eind achter of steekt zijn kop in het zand. Maar daarover in een volgende blog meer.
Geef een reactie